Begroting 2019

Onderhoud kapitaalgoederen

Rioleringen

Kerncijfers
Riolering (vrijverval, druk, persleiding)   304   km
Gemalen    59 stuks
IBA’s klasse 3   34 stuks
IBA’s klasse 2   26 stuks
Kolken   12.750 stuks
Drukrioleringsunits   463 stuks
Bergbezinkbassins   8 stuks
Bergbezinkleidingen   2 stuks
Totale vervangingswaarde rioolstelsel   € 171.000.000
Op dit moment zijn verschillende exploitaties bij projectontwikkelaars in ontwikkeling. Zodra deze overgedragen worden aan de gemeente komen er nog verschillende kilometers riolering bij.

Beleid

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een gemeentelijke taak die is vastgelegd in de Wet milieubeheer. In deze wet is verder vastgelegd, dat gemeenten verplicht zijn om een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen, waarin zij hun beleid voor de rioleringszorg vaststellen.
In april 2016 is het VGRP 2016-2021 vastgesteld door de raad. Hierin is het beleid voor de komende periode vastgesteld.
Er zijn drie hoofddoelen die ten grondslag liggen aan de gemeentelijke zorg voor de inzameling en het transport van afvalwater:
•   duurzame bescherming volksgezondheid;
•   handhaving goede leefomgeving;
•   duurzame bescherming van natuur en milieu.
Deze algemene beweegredenen voor de rioleringszorg worden in het kader van dit verbreed GRP Hulst vertaald naar de onderstaande doelen. Daarbij is rekening gehouden met de verbreding van de gemeentelijke zorgplichten volgens de Waterwet naar de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater.

  1. Doelmatige inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater.
  2. Doelmatige inzameling van het hemelwater en overtollige grondwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding.
  3. Transport van het ingezamelde afvalwater, hemelwater en grondwater naar een geschikt lozingspunt.
  4. Voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater.
  5. Zo min mogelijk overlast voor de omgeving veroorzaken.
  6. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de gemeentelijke voorzieningen tegen de laagst maatschappelijke kosten.

De indicatie voor vervanging van een rioolleiding vindt plaats op basis van de verwachte gemiddelde levensduur, gecombineerd met de resultaten van de uitgevoerde riool-inspecties. Voor de gemiddelde levensduur van de voorzieningen wordt uitgegaan van de onderstaande gegevens.
•   Vrijverval riolering   60 jaar
•   Gemalen bouwkundig    60 jaar
•   Gemalen elektrisch/mechanisch    15 jaar
•   Persleidingen    60 jaar
Door het actueel houden van het beheerpakket met nieuwe inspectiegegevens is er inzicht in de actuele situatie van het rioleringssysteem. Daarmee is ook de omvang van de achterstallige vervangingen beter in beeld gekomen. Deze achterstand is aanzienlijk en vergt een inhaalslag voor rioolvervangingen op korte termijn.
De gemeente Hulst kiest er voor om het achterstallig onderhoud weg te werken binnen één levensduurcyclus van het gehele rioleringssysteem. Met andere woorden: De achterstallige vervangingen, worden over een periode van circa 60 jaar vervangen. Door jaarlijks een klein deel van de achterstallige vervangingen in te lopen, wordt na circa 60 jaar een break-evenpoint bereikt.
Voor het opstellen van de concrete planning voor de planperiode van dit verbreed GRP is rekening gehouden met het combineren van vervanging van de riolering met rehabilitatie van wegen, de risico’s die de gemeente loopt bij instortende  riolen, maatregelen in het kader van het basisrioleringsplan of toekomstbestendige waterhuishouding, mogelijkheden om de riolering te renoveren en noodzakelijke afkoppeling van verhard oppervlak. Door beperkte middelen voor rehabilitatie van de wegen in combinatie met de risico’s voor instorten van riolering zal afstemming niet altijd mogelijk zijn.
Op basis van de bovenstaande uitgangspunten is een vervangingsplanning gemaakt voor de komende planperiode. Op basis van de bijstelling van de planning in het kader van de tussentijdse kostenherrekening, zoals onlangs aan u aangeboden, ziet de planning voor de komende periode er als volgt uit.

Financieel kader
In de begroting worden de middelen voor het dagelijks onderhoud van de riolering opgenomen. Jaarlijks wordt een operationeel programma opgesteld waarbij de gemeenteraad budget wordt gevraagd voor de uit te voeren rioleringswerken in het betreffende begrotingsjaar. De kosten van de riolering worden gedekt uit de opbrengsten rioolrechten. Voor zover de lasten hoger/ lager zijn dan de opbrengsten vindt egalisatie plaats middels de voorziening riolering (investeringen). Het rioolrecht is binnen de vervangingscyclus kostendekkend.
T.a.v. het vastgestelde VGRP is een herziene berekening aan u voorgelegd waaruit blijkt dat de geraamde verhoging van de tarieven met € 12,00 voor de komende planperiode kan worden bijgesteld naar een verhoging met € 6,00. Deels kan deze bijstelling van de tariefstijging verklaard worden door een hoger aantal heffingseenheden dan voorzien in 2016 en voor een ander deel dat de geplande uitgaven later plaats vonden dan gepland. Dit laatste heeft weer te maken met de noodzakelijke voorbereidingstijd en afstemming met andere werkzaamheden. Ook zijn de exploitatielasten lager uitgevallen dan geraamd en heeft een verschuiving van personeelskosten van investeringen naar exploitatie plaatsgevonden a.g.v. de nieuwe BBV voorschriften. Tot slot heeft de verlaging van de rente op investeringen een positieve invloed.
Knelpunten/risico’s
Zowel het reguliere beheer als de kapitaallasten verband houdende met vervangingsinvesteringen worden gedekt uit tarieven en/of de bestemmingsreserve riolering. Er vindt jaarlijks afstemming plaats tussen het uitvoeren van werken in het kader van het VGRP en het MIP. In de toekomst dient het op elkaar afstemmen van noodzakelijke uitgaven en beschikbare middelen continu punt van aandacht te blijven.
Ontwikkelingen
Door klimaatverandering ontstaan er langdurige natte periodes, korte hevige buien en langdurige droge periodes. De gevolgen hiervan kunnen niet alleen in de riolering opgevangen worden. Acceptatie van water op straat wordt noodzakelijk. Afgelopen jaren is in de SAZ een methode ontwikkeld hoe om te gaan met deze ontwikkelingen. Door gebruik te maken van de mogelijkheden welke een gebied heeft zowel boven als onder de grond kunnen de gevolgen zo goed als mogelijk opgevangen worden. De komende jaren zullen de onderzoeken naar het functioneren van de riolering, de stedelijke wateropgave en waterkwaliteitsspoor en klimaatontwikkeling gecombineerd worden.
Een bewuste keuze tussen vervangen en renoveren leidt tot kostenbesparingen.

Samenwerking in de regio en in Zeeland onder de paraplu van het SAZ leiden tot meer kennis, betere afwegingen, risicospreiding in de bedrijfsvoering en kostenefficiency.