Begroting 2019

Onderhoud kapitaalgoederen

Wegen

Kerncijfers

Totale lengte wegen   143 km
Verhardingen   1.675.900 m2
Waarvan:
- gesloten (asfalt)   412.600 m2
- gesloten (beton)   12.700 m2
- open (klinkers, tegels)   1.250.600 m2
- half (gravel, split)   37.700 m2

Beleid

Wegenonderhoud bestaat uit dagelijks klein- en groot onderhoud en rehabilitatie (volledige vervanging wegconstructie aan het einde van de levensduur). De planningen van klein- en groot onderhoud zijn opgenomen in het wegenbeheerplan 2019-2023 dat aan u is aangeboden.
Rehabilitatie maakt geen onderdeel uit van klein en groot onderhoud wegen. De rehabilitatie is opgenomen in het Meerjaren InvesteringsPlan (MIP), waarbij de planning wordt afgestemd op de beschikbare middelen. Afhankelijk van het project vindt een verdeling plaats tussen rehabilitatiekosten en overige kosten. De middelen worden jaarlijks gedoteerd aan de reserve MIP wegen, waaruit de afschrijvingen van de investeringen worden gedekt. Hierdoor blijven voordelen op investeringen als gevolg van subsidies, aanbestedingsvoordelen en onderuitputting beschikbaar voor rehabilitatie.
Bij het opstellen van het wegenbeheerplan is gebruik gemaakt van de beheersystematiek van de stichting CROW, bijgesteld naar aanleiding van de in 2017 uitgevoerde wegeninspecties. Binnen vermelde systematiek worden vier kwaliteitsniveau's onderscheiden, R-, R, R+ en R++. Voor het beheerplan wegen Hulst is uitgegaan van niveau R (laagste onderhoudsnorm zonder overschrijding van de richtlijn en voorkoming van risico’s; verzekerbaar zijn van schades). Voor de vertaling van de technische R-norm naar beeldkwaliteit wordt de B-norm gehanteerd. Door het tijdig uitvoeren van klein onderhoud zoals het repareren van plaatselijke verzakkingen, losliggende tegels, boomwortelschades en dergelijke worden risico’s zoveel mogelijk vermeden, de beeldkwaliteit verhoogd en de service richting bewoners en gebruikers van de openbare ruimte verbeterd.
Met betrekking tot de investeringen in het kader van herinrichting en reconstructie wegen is er in principe sprake van rehabilitatie en dus de mogelijkheid tot het maken van afwegingen over verkeersafwikkeling en/of inrichting. Aanleiding voor rehabilitatie kan ook voortvloeien uit afstemming met andere beleidsterreinen.  
Het is belangrijk dat de rehabilitatie van de wegen uitgevoerd wordt. Met andere woorden: aan het einde van de levensduur moeten zowel verharding als fundering volledig vervangen worden. Door de beperkt beschikbare middelen voor rehabilitatie is hierin een achterstand ontstaan. Beschikbaar zijn van middelen voor rehabilitatie is essentieel om rioleringsprojecten en rehabilitatie van wegen op elkaar af te kunnen stemmen.
In het VGRP is bij projecten waar de riolering vervangen wordt, ervan uitgegaan dat uitkomende bestratingsmaterialen hergebruikt worden. De kosten voor het vervangen van de fundering en het opnieuw leggen van de oude materialen worden t.l.v. de opbrengst rioolrechten gedekt. Het hergebruiken van het bestratingsmateriaal heeft echter zeer nadelige gevolgen voor de kwaliteit. Voor het vervangen van de verhardingsmaterialen als onderdeel van rioleringsprojecten is gemiddeld ongeveer € 300.000 per jaar nodig. Deze kosten mogen niet ten laste van de voorziening riolering worden gebracht. De middelen voor het vervangen van bestratingsmateriaal bij rioleringsprojecten worden voortaan meegenomen in de planning voor het Meerjaren Investeringsplan wegen.

Financieel kader

De onderhoudskosten voor de korte en middellange termijn worden grotendeels bepaald door de huidige kwaliteit van de verhardingen en bestaat uit:
Klein onderhoud:
Het bedrag dat volgens de CROW-systematiek benodigd is voor het uitvoeren van klein onderhoud aan zowel asfalt- en elementenverharding bedraagt € 148.300 per jaar. Dit klein onderhoud kan in eigen beheer worden uitgevoerd. De kosten daarvan zijn reeds in de begroting verwerkt.
Groot onderhoud:
Na de weginspectie is door het wegbeheersysteem een basisplanning gegenereerd. Conform de systematiek is een zogenaamde maatregeltoets uitgevoerd. Deze maatregeltoets, waarbij kritisch is gekeken naar de gekozen maatregelen en afstemming heeft plaatsgevonden met geplande projecten, heeft geresulteerd in een gemuteerde basisplanning. Hierin is berekend dat ten behoeve van uitvoering van het groot onderhoud een bedrag van € 426.640 per jaar benodigd is. Groot onderhoud ter plaatse van geplande projecten voor riolering of rehabilitatie (MIP wegen) is niet meegenomen in de raming van de kosten voor groot onderhoud.
In de begroting is voor 2019 een bedrag opgenomen van € 236.000 voor groot onderhoud. Daarnaast is een bedrag van € 60.000 voor het aandeel uitgevoerd groot onderhoud in eigen beheer. Totaal is op dit moment dus € 296.000 beschikbaar. Dit resulteert in een structureel tekort van € 130.640. In de begroting 2018 was rekening gehouden met aanvullende structurele middelen van € 50.000. Om de planning te kunnen uitvoeren zijn daarbovenop extra structurele middelen benodigd van € 80.640. Deze middelen zijn niet opgenomen in de begroting 2019. De middelen die in 2018 zijn gereserveerd zullen in 2019 worden ingezet. Dit betekent dat de geplande werken uit 2019 nog voor een klein deel door zullen schuiven naar 2020. Zodra wij nieuwe structurele middelen beschikbaar hebben, zullen de aanvullende structurele middelen worden geraamd.
Ten behoeve van de uitvoering van het MIP wegen 2018-2021 (rehabilitatie) wordt jaarlijks een structurele dotatie aan de reserve MIP wegen gedaan. In het kader van duurzaam financieel zijn in 2016 een aantal investeringen afgeboekt om structurele ruimte te creëren.  Hiermee zijn binnen de planperiode (t/m 2021) investeringen mogelijk voor een bedrag van ruim € 6 miljoen. In 2022 is in de meerjarenraming opnieuw een structurele toevoeging aan de reserve geraamd van € 100.000.
De planning zoals deze in de raadsvergadering van 14 december 2017 is vastgesteld is hierna opgenomen. Binnenkort zal een bijgestelde planning aan u worden voorgelegd, waarin ook voor de jaarschijf 2022 een invulling wordt voorgesteld.


Knelpunten en risico’s


Met het vaststellen van het duurzaam financieel beleid heeft het gemeentebestuur richting gegeven om achterstanden in het onderhoud te voorkomen en de hiermee gepaard gaande risico’s te beperken. Zaken als verkeersveiligheid, externe prioriteiten enz. kunnen ertoe leiden dat de planning bijgesteld moet worden.

Ontwikkelingen


Om het beheer en onderhoud ook in de toekomst goed vorm te kunnen geven wordt in afstemming met de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT) de wijzigingen in het wegenareaal continu bijgehouden. De MIP’s worden periodiek bijgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.
Sinds 2016 mogen er geen onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen meer toegepast worden. Het onkruid op de verhardingen wordt verwijderd door gebruik te maken van alternatieve methodes/machines. De ervaringen in 2016 en 2017 wijzen uit dat het verbod op bestrijdingsmiddelen wel een verandering in het straatbeeld geeft, maar dat uit controles blijkt dat het nog binnen de vastgestelde beeldkwaliteit valt. Naar aanleiding van het grote aantal MOR-meldingen (Melding Openbare Ruimte) over onkruid op de openbare weg zijn desondanks extra middelen gereserveerd om in de piekperioden toch extra onkruidbestrijding  te kunnen uitvoeren.