De hieronder weergegeven financiële mutaties ten opzichte van de Programmabegroting 2018 en de Voorjaarsnota 2018 hebben tot het nieuwe structureel saldo van € 1.229.335 voor 2019 geleid.
Toelichting verschillen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018
Onderstaande toelichting betreft alleen de mutaties in de Programmabegroting 2019 ten opzichte van de laatste stand in de Voorjaarsnota 2018. Voor een nadere toelichting op die mutaties verwijzen wij u naar de Voorjaarsnota 2018.
- De benodigde budgetten voor de diverse taken in het Sociaal Domein zijn hoger dan geraamd in de Voorjaarsnota 2018. Ten tijde van de opstelling van de Voorjaarsnota 2018 was nog geen volledig inzicht in de werkelijke kosten van 2017 voor met name de jeugdzorg. Deze bleken hoger te zijn dan voorzien en dit heeft ook gevolgen voor de prognoses in de komende jaren. Tevens zijn de benodigde budgetten voor WMO Huishoudelijke Hulp en de individuele voorzieningen behoorlijk hoger dan ingeschat bij de Voorjaarsnota. Het geraamde tekort in 2019 van afgerond € 1.379.000 wordt ten laste gebracht van de opgebouwde egalisatiereserve Sociaal Domein die begin 2019 nog € 3,5 miljoen (afgerond) bedraagt.
- Door het voorgenomen besluit tot het gratis verstrekken van inzamelzakken voor plastic afval ontstaat er een tekort op de inzameling van afval. In de ramingen is hiermee reeds rekening gehouden.
- De jaarlijkse budgetten voor materieel zijn onvoldoende om tijdig tot vervanging over te gaan. Bovendien is een verhoging van het onderhoudsbudget voor het reinigen van wegen noodzakelijk.
- Door het pachtvrij maken van de gronden aan de Hontenissestraat dalen de pachtopbrengsten.
- De budgetten voor met name de individuele voorzieningen voor gehandicapten, zoals aanpassing van woningen en vervoer stijgen door een grotere vraag. Deze lasten vallen niet onder het Sociaal Domein en worden daarom niet verrekend met de daarvoor bestemde middelen.
- Bij de opstelling van de Voorjaarsnota 2018 is een eerste analyse gemaakt van de meicirculaire 2018. Daaruit bleek een groot voordeel op de algemene uitkering uit het gemeentefonds (AU). Nadien is gebleken dat de parameters voor de berekening van de diverse onderdelen van de AU zijn verschoven. Dit is het gevolg van de toevoeging van diverse integratie-uitkeringen voor het Sociaal Domein aan de AU. Door deze verschuiving van parameters is een groter deel van de AU toegerekend aan de middelen voor het Sociaal Domein. De totale uitkering verschilt nauwelijks van de berekening in de Voorjaarsnota 2018. Ondanks deze verschuiving is er echter nog wel een groot tekort op de middelen voor het Sociaal Domein (zie punt 1).
- Voor de huisvesting van statushouders is een lager budget benodigd.
- Ook op de budgetten voor leerlingenvervoer, zowel individueel als collectief, wordt een voordeel geraamd.
- In de begroting 2018 is voor de leges paspoorten een deel van de baten incidenteel geraamd, terwijl het door te betalen rijskdeel wel structureel is geraamd. In 2019 zijn beide ramingen structureel opgenomen. De totaal opgenomen ramingen zijn hetzelfde. Daarnaast worden door volumestijgingen voor de hondenbelasting en toeristenbelasting hogere baten geraamd.
- De rentelasten in 2019 zijn lager dan in 2018.
- Als gevolg van doorbelasting van werkzaamheden voor grondexploitaties aan externe partijen worden extra baten ontvangen.
- De overige (voordelige) verschillen betreffen velerlei kleinere mutaties.