Begroting 2019

Begroting in hoofdlijnen

Voorgesteld dekkingsplan 2019-2022

Nr.

Onderwerp:

2019

2020

2021

2022

1

Voorjaarsnota 2018 (A)

259.993

2

Verschil met ontwerpbegroting 2019 (B)

-1.239.328

4

Ontwikkeling algemene uitkering (oud) gemeentefonds

441.164

299.710

289.335

Aanvullende ruimtescheppende maatregelen

5

Onroerende zaakbelastingen

-

90.000

90.000

90.000

6

OZB niet-woningen 5% ipv 2%

45.000

45.000

p.m.

p.m.

7

Parkeeropbrengst (€0,10 extra cf. Voorjaarsnota 2018)

8

Omgevingsvergunningen (1,75% naar 2%)

50.000

9

Ombuigingen decentralisatietaken Sociaal domein onderdeel Jeugd

250.000

250.000

250.000

Reeds opgenomen ruimtescheppende maatregelen:

10

Afvalstoffenheffing kostendekkend

37.000

11

Vrijvallende kapitaallasten

-

62.200

65.600

p.m.

Op te nemen ruimtevragende maatregelen:

12

Reservering kapitaalslasten (duurzaam financieel)

-62.200

-65.600

p.m.

13

MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Wegen

-100.000

-100.000

-100.000

14

Versterken leefbaarheid dorpen en wijken

-20.000

-20.000

15

Vervallen beschikbaarheidsvergoeding Hogeweg V

-50.000

16

Verruiming lokale belastingen/heffingen

p.m.

17

Stelpost gemeenschappelijke regelingen (Investeringen VRZ)

-40.000

18

Stelpost Informatiebeleidsplan 2018-2022 (structureel)

-40.000

-40.000

0

Nieuwe voornemens (o.a. coalitieprogramma 2018-2022)

19

Duurzaamheid

-50.000

20

Onkruidbestrijding

-50.000

21

Gemeentelijk participatieplan

-25.000

22

Zorgmeldpunt

-25.000

23

Energiebesparing verlichting

-35.000

24

Gemeenschapscentra (Malpertuus)

-25.000

25

Herijking subsidiebeleid

-35.000

-35.000

-35.000

26

Compensatie eigendomslasten verenigingen/stichtingen

-50.000

27

Recreatiestranden

-25.000

28

Haven in Walsoorden

-90.000

29

Eenzaamheid

-25.000

30

Museum

-50.000

31

Startgroepen

-100.000

Incidentele lasten/baten:

32

Saldo incidenteel (zie pagina 15)

1.883.397

33

Inhuur derden (omgevingswet, juridische ondersteuning)

-150.000

-150.000

34

Opbrengst precariobelasting (100% incidenteel)

800.000

800.000

35

Nieuwe wensen toerisme/economie/cultuur (incidenteel)

-25.000

-25.000

36

Stelpost Informatiebeleidsplan 2018-2022 (incidenteel)

-175.000

-175.000

Nieuw opgenomen ruimtevragende maatregelen

37

Verduurzaming gemeentelijke gebouwen

-200.000

38

Versterking weerstandsvermogen (Precario)

-550.000

-550.000

-550.000

39

Onttrekking egalisatiereserve Sociaal Domein

1.180.000

912.000

0

Saldo begroting betreffend jaar

104.062

228.829

365.539

82.874

In de Programmabegroting 2018 met bijbehorende meerjarenraming 2019-2021 en de 1e bestuursrapportage 2018, de Voorjaarsnota 2018, zijn de volgende saldi gepresenteerd voor het komende begrotingsjaar 2019. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn in onderstaande opsomming een aantal soortgelijke mutaties samengevoegd. Voor een toelichting op deze mutaties wordt verwezen naar de betreffende documenten.

Na opstelling van de Voorjaarsnota 2018 zijn de cijfers voor het begrotingsjaar 2019 opnieuw geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens in augustus 2018, inclusief de meicirculaire 2018.
Het nieuwe Dekkingsplan 2019-2022 en de toelichting daarop treft u aan op de volgende pagina’s. Dit dekkingsplan laat, in tegenstelling tot bovenstaand overzicht, voor 2019 een aanzienlijk nadeliger structureel saldo zien. Ook voor de jaren 2020 en 2021 verwachten we een nadelig structureel saldo. Dit zal pas omslaan naar een voordelig structureel saldo in 2022. De nadelige saldi in 2019 t/m 2021 worden gedekt door incidentele middelen.
De grootste oorzaak van dit nadeel t.o.v. de Voorjaarsnota 2018 zijn de nadere inzichten in de kostenontwikkeling van het Sociaal Domein. In de afgelopen periode is steeds duidelijker geworden, dat met name Jeugdzorg grote tekorten laat zien in de komende jaren. Om de nadelige saldi vanaf 2019 om te buigen naar een voordeel is een grote ombuiging noodzakelijk voor Jeugdzorg. In 2019 wordt hierop een tekort van ruim € 1,6 miljoen verwacht. In het voorgestelde dekkingsplan is een ombuiging opgenomen van € 750.000, waardoor het tekort nog bijna € 1 miljoen bedraagt. Deze structurele last is in deze begroting opgenomen. Momenteel is de VNG met het Rijk in gesprek over de tekorten op Jeugdzorg. Wanneer het Rijk hierin tegemoet gaat komen, zullen er in het gemeentelijk beleid minder aanpassingen nodig zijn.
Verder zijn de nieuwe voornemens uit het collegeprogramma niet afzonderlijk op de programma’s opgenomen, maar afzonderlijk in het nieuwe Dekkingsplan 2019-2022 op de volgende pagina onder de punten 23 t/m 31.

Toelichting voorgesteld Dekkingsplan 2019-2022

In onderstaande toelichting is een relatie gelegd met het Dekkingsplan 2018-2021 vanwege het feit dat de daarin opgenomen maatregelen nog steeds doorwerken in de begroting 2019.

  1. Dit betreft het structurele saldo 2019 zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2018.
  2. Het verschil van bijna € 1,5 miljoen van 2019 (het saldo van punt 2 en 4 t/m 31) ten opzichte van het structureel nadelig saldo gepresenteerd in de Voorjaarsnota 2018 wordt veroorzaakt door diverse mutaties. In de verschillenanalyse op pagina 15 vindt u een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen het uiteindelijke structurele begrotingssaldo van negatief € 1.229.335 en het in de Voorjaarsnota 2018 gepresenteerde structureel saldo van positief € 259.993.
  3. Het structureel begrotingssaldo 2019 komt uit op een nadeel van € 1.229.335. Zoals reeds vermeld wordt dit grotendeels veroorzaakt door het tekort op Jeugdzorg.
  4. De uitkeringen uit het gemeentefonds kunnen jaarlijks enorme schommelingen vertonen. De jaarlijkse verschillen die in dit overzicht zijn opgenomen zijn conform de laatst bekende stand in de meicirculaire 2018 en betreffen uitsluitend de verschillen in het algemene deel van de uitkering. In het overzicht onder hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien op pagina 83 is dit deel “Algemene uitkering oud” genoemd. We gaan er in het meerjarig dekkingsplan vanuit dat de verschillen van de overige onderdelen, voornamelijk het Sociaal Domein, worden verrekend met de daartoe opgenomen budgetten.
  5. In de meerjarenraming 2018-2021 was voor de jaarschijven 2019 t/m 2021 rekening gehouden met een prijsindexering van 1% voor de OZB (woningen en niet-woningen). In de ramingen op het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien is nu, gelet op de laatst bekende inflatiepercentages, rekening gehouden met een jaarlijkse indexering van 2% t/m 2022. Dit is in 2019 al verwerkt in de cijfers op het onderdeel Algemene Dekkingsmiddelen.
  6. Gelet op het beleid Zeeuws gemiddelde (excl.Vlissingen), gaan we voor de OZB niet-woningen naast de indexering van 2% uit van een extra tariefsaanpassing van 3%.
  7. De opbrengst uit de parkeerautomaten in de Hulster binnenstad is door de ontwikkelingen op het ’s-Gravenhofplein na 2017 gedaald van € 470.000 naar € 370.000. Door het uurtarief met 10 cent te verhogen van € 1,30 naar € 1,40, zoals in de Voorjaarsnota 2018 is aangekondigd, wordt de daling beperkt tot € 75.000. Dit is al verwerkt op het programma 02 Verkeer, vervoer en openbare ruimte.
  8. De leges voor het verlenen van omgevingsvergunningen zijn nog steeds niet kostendekkend. Om dit te bewerkstelligen is een verhoging van het tarief van 1,75% naar 2% *(met een bodemtarief van € 250) van de bouwsom noodzakelijk.
  9. De kosten voor het Sociaal Domein en dan met name de Jeugdzorg zijn sinds de overheveling van deze taken naar de gemeente behoorlijk gestegen en voor 2019 wordt nog een verdere stijging verwacht. De inkomsten voor deze taken zijn na 2015 echter behoorlijk gedaald. Vanaf 2020 wordt weer een daling van de kosten verwacht en zullen de komende tevens aanvullende maatregelen nodig zijn om de kosten nog verder te doen dalen. Het totaaltekort van het Sociaal Domein (in 2019 geraamd op bijna € 1,4 miljoen) kan tot en met 2021 nog gedekt worden uit de opgebouwde egalisatiereserve Sociaal Domein (zie ook punt 39).
  10. Bij de afvalinzameling wordt een kostendekkende exploitatie nagestreefd. Het tekort op deze exploitatie is echter nog niet volledig weggewerkt en bedraagt voor het jaar 2019 nog € 37.000. In deze begroting is rekening gehouden met een gelijkblijvende opbrengst in 2019 t.o.v. 2018, inclusief indexering van de tarieven. Verder is opgenomen dat structureel gratis de inzamelzakken voor het plasticafval worden verstrekt.
  11. Dit betreft de vrijvallende kapitaallasten als gevolg van activa die volledig zijn afgeschreven. In de in 2012 vastgestelde notitie “Duurzaam financieel beleid” is bepaald dat deze vrijvallende lasten jaarlijks worden gereserveerd voor nieuwe en vervangingsinvesteringen. Deze zijn opgenomen onder punt 12.
  12. Betreft de reservering van de vrijvallende kapitaalasten voor vervangingsinvesteringen van diverse kapitaalgoederen zoals groen, (onderwijs)gebouwen, ICT, machines en gereedschappen. Voor de jaarschijf 2019 zijn de betreffende lasten onderdeel van het programma Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien, meer specifiek de post nader te concretiseren beleidsvoornemens.
  13. Vanuit de notitie “duurzaam financieel beleid” is bepaald dat jaarlijks er een toevoeging plaatsvindt voor investering in wegen. In deze begroting is structureel een bedrag gereserveerd van € 472.000 oplopend naar € 772.000 in 2022.
  14. Als aanvullende wens voor versterking van de leefbaarheid in dorpen en wijken hebben wij een structureel budget opgenomen in de jaren 2019 t/m 2021. Dit kan voor diverse (investerings)projecten worden ingezet. Voor de jaarschijf 2019 zijn de betreffende lasten onderdeel van het programma Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien, meer specifiek de post nader te concretiseren beleidsvoornemens.
  15. Voor het bedrijventerrein Hogeweg V wordt door de projectontwikkelaar jaarlijks een beschikbaarheidsvergoeding betaald. Bedoeling is dat de overdracht van de gronden in 2021 gaat plaatsvinden, waardoor de beschikbaarheidsvergoeding gaat vervallen.
  16. Met het oog op het vervallen van de mogelijkheid om precariobelasting te heffen over kabels en leidingen in 2022 is het noodzakelijk alternatieve middelen te genereren of naar ombuigingen te zoeken. Het gaat daarbij om het wegvallen van een aanzienlijke opbrengst van € 800.000 die in deze begroting als incidentele middelen worden beschouwd.
  17. De Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) heeft aangekondigd in 2020 noodzakelijke investeringen te moeten doen in hun materieel. In de huidige (meerjaren)begroting van de VRZ is hiermee nog geen rekening gehouden.
  18. Momenteel wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe informatiebeleidsplan voor de jaren 2018-2022. Voorlopig is rekening gehouden met een jaarlijkse extra structurele last van € 40.000, die kan worden ingezet als kapitaallast voor investeringen, voor extra onderhoud of huur van noodzakelijke software en hardware en informatiebeveiliging en privacy-maatregelen. De implementatie (organisatorisch, bestuurlijk, technisch) van informatiebeveiliging en privacy is een belangrijke taak van de gemeente. Onder andere de landelijke visitatiecommissie dringt erop aan om het implementatietraject financieel te ondersteunen.
  19. Op afzienbare termijn is de gemeente verplicht beleid rondom duurzaamheid vorm te geven. Momenteel is nog onduidelijk hoe dit vorm en inhoud moet worden gegeven. Vooruitlopend hierop wordt een stelpost opgenomen. Zodra er meer duidelijkheid is, zal hierover een voorstel volgen.
  20. Voor het verbeteren van het straatbeeld van de gemeente is een bedrag opgenomen voor extra inzet bij de onkruidbestrijding.
  21. Om de leefbaarheid te bevorderen gaan we voor een gemeentelijk participatieplan. Hierin maken we duidelijk hoe we verder invulling geven aan de participatie door dorps- en wijkraden, bedrijven, verenigingen, Raad en onze inwoners. Hiervoor is een stelpost opgenomen.
  22. Voor het instellen van een onafhankelijk zorgmeldpunt waar inwoners met klachten terecht kunnen, is een stelpost opgenomen.
  23. In het kader van de duurzaamheid wordt voor het gebruik van LED-lampen bij de openbare verlichting gekozen en om het openbaar verlichtingsplan financieel sluitend te krijgen is een structureel bedrag opgenomen.
  24. Afhankelijk van de nog te maken plannen voor een opwaardering van het gemeenschapscentrum Mal-pertuus stelt het college voor om een budget beschikbaar te stellen.
  25. Voor een verdere herijking van het subsidiebeleid of herziening van subsidieplafonds is voor de jaren 2019 t/m 2021 een stelpost opgenomen.
  26. Om verenigingen/stichtingen met een eigen accommodatie financieel tegemoet te komen in de lasten van het onroerend goed/compensatie vrijstelling OZB wordt voorgesteld deze beleidsregel te verhogen (indicatief € 50.000).
  27. Voor het onderhouden van de recreatiestranden Perkpolder, Ossenisse en Walsoorden is een budget benodigd.
  28. Afhankelijk van de onderhandelingen met diverse betrokken partijen om een duurzame oplossing te bewerkstelligen voor de haven van Walsoorden is een stelpost opgenomen voor de dekking van een eventueel benodigd investeringskrediet.
  29. Om eenzaamheid onder ouderen te verminderen is een stelpost opgenomen.
  30. Om het museum op te waarderen is een aanvullende stelpost opgenomen voor de dekking van een eventueel benodigd investeringskrediet.
  31. Het is nog ongewis hoe de financiering van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en de kinderopvang zich gaat ontwikkelen na 2021. Voor het continueren van startgroepen is een bedrag van € 100.000 opgenomen in 2022.
  32. Een gedetailleerd overzicht van de incidentele baten en lasten vindt u na de verschillenanalyse op pagina 17.
  33. De kosten voor inhuur van personeel en juridische ondersteuning bij bijvoorbeeld grote projecten worden beschouwd als incidenteel benodigde middelen. Er vindt regelmatig een (her)overweging plaats of deze middelen daadwerkelijk zijn benodigd of anders moeten worden ingezet. Voor de komende jaren zal de invoering van de omgevingswet en beschermd wonen extra aandacht en budget vragen.
  34. In 2015 is de precariobelasting voor ondergrondse kabels en leidingen ingevoerd. Tot en met 2017 was iets meer dan de helft van de opbrengst structureel en de helft incidenteel geraamd, voornamelijk vanwege een lopende beroepsprocedure. Inmiddels heeft het Rijk echter bepaald, dat de mogelijkheid tot het heffen van precariobelasting op kabels en leidingen vanaf 2022 vervalt. Daarom wordt van 2019 t/m 2021 de volledige opbrengst als incidenteel aangemerkt.
  35. Voor het stimuleren van economische en toeristische activiteiten is een aanvullend budget opgenomen. Deze kan jaarlijks eenmalig worden ingezet.
  36. Betreft de incidentele lasten voor opleidingen, implementatie en begeleiding van projecten uit het Informatiebeleidsplan 2018-2022.
  37. Om een verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen te kunnen bewerkstelligen wordt er in begrotingsjaar 2020 een incidenteel budget van € 200.000 opgenomen, bovenop het structurele bedrag van verduurzaming (punt 19). Hierbij kan gedacht worden aan energiebesparende investeringen.
  38. Uit oogpunt van het vastgestelde duurzaam financieel beleid is het voornemen om voorlopig jaarlijks een bedrag toe te voegen aan de algemene reserve ter versterking van het weerstandsvermogen van de gemeente. De bedragen die nu zijn opgenomen, zijn gebaseerd op de lopende procedures tegen de opgelegde precariobelasting.
  39. De eerste jaren na de overheveling van de taken in het Sociaal Domein is er een overschot op de beschikbare middelen voor deze taken behaald. Deze overschotten zijn toegevoegd aan de egalisatiereserve Sociaal Domein. Door een sterke daling van de bijdragen van het rijk voor deze taken en een behoorlijke stijging van de lasten, o.a. door rijksmaatregelen (minimumprijs Huishoudelijke Hulp en abonnementstarief WMO) ontstaat er in de jaren 2019-2021 een tekort waarvoor deze reserve wordt aangewend. Verwacht wordt de lasten voor deze taken vanaf 2022 binnen de reguliere budgetten van de gemeente te kunnen opvangen door o.a. ombuigingsmaatregelen.

Nader te concretiseren beleidsvoornemens
Naast de vorenstaande mutaties op het dekkingsplan in de jaren 2019-2022 is er op de post Onvoorzien, onderdeel Nader te concretiseren beleidsvoornemens (NTC) in 2019 nog een stelpost van afgerond € 799.000 (structureel € 659.000) opgenomen voor beleid dat nog nadere invulling behoeft, voordat dit op de programma’s kan worden geraamd. De stelposten zijn geraamd onder “Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien”. Het gaat daarbij om de volgende stelposten: