Begroting 2019

Uiteenzetting financiële positie en toelichting

Algemene uitkering

De uitkering gemeentefonds (UGF) 2019 en volgende jaren is gebaseerd op de meicirculaire 2018. In de circulaire worden de ontwikkelingen vermeld t.a.v. de Algemene uitkering (AU), de Integratie- en Decentralisatie uitkeringen (IU en DU) en de Integratie-uitkering Sociaal Domein (IU SD).
De verschillende uitkeringen uit het gemeentefonds kunnen als volgt worden geraamd:

* Dit is voor Hulst geen onderdeel van de uitkering gemeentefonds; de gemeente Terneuzen ontvangt deze middelen. Met Terneuzen is overeengekomen dat de middelen die zij ontvangt, op basis van inwoneraantallen worden doorbetaald aan de andere Zeeuws-Vlaamse gemeenten.

Uitkering Gemeentefonds (UGF) 2018–2021
Bij de meerjarige berekening van de UGF is rekening gehouden met:

  1. WOZ waarde constant
  2. Inwoners: meerjarig constant.
  3. Jongeren: meerjarig daling met 50 per jaar.
  4. Leerlingen voortgezet onderwijs: prognose duo (gemiddelde daling 33).
  5. Leerlingen speciaal onderwijs: prognose duo (gemiddelde daling 2).
  6. Leerlingen primair onderwijs: prognose duo (gemiddelde daling 33).
  7. 65+: meerjarig stijging met 25 per jaar.
  8. Ouderen 75-85 jaar: stijging met 50 per jaar.
  9. Bedrijfsvestigingen: meerjarig constant.
  10. Woonruimten: meerjarig constant.
  11. Overige maatstaven: conform schatting ontwikkeling uitkeringsbasis Rijk.
  12. Raming 2018 lopende prijzen, daarna tegen constante prijzen (dus gecorrigeerd voor compensatie van loon- en prijsmutaties).

De UGF is meerjarig berekend in constante prijzen, wat betekent dat de uitkeringsfactor is gecorrigeerd voor loon- en prijscompensatie. In de meicirculaire zijn de percentages voor loon en prijsstijging bijgesteld waardoor een groter bedrag wordt gereserveerd voor loon- en prijscompensatie. De bedragen die hiervoor gereserveerd worden zijn in onderstaande tabel weergegeven.

De uitkering gemeentefonds in de begroting 2017 en bijbehorende meerjarenraming was nog gebaseerd op de meicirculaire 2016. Ten opzichte van inschattingen bij de begroting 2017 is de uitkering gemeentefonds in de begroting 2018 bijna € 1,6 mln hoger. Hieruit moeten wel de loon- en prijsstijgingen 2018 gedekt worden.

De belangrijkste oorzaak van de groei van de algemene uitkering is de groei van de accressen in de komende periode. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door een bijstelling van de inflatie ramingen bij het Rijk, waardoor de budgetten van de departementen groeien. In 2018 zit in de verhoging ook begrepen de vrijgevallen ruimte voor loon- en prijsstijgingen. De reële groei in 2018 is dus lager.
In hogere uitkering zit tevens begrepen de 2e tranche van de herverdeling VHROSV waar wij in de begroting 2017 al rekening mee hadden gehouden. Daarnaast zijn er middelen toegevoegd voor enkele taakmutaties en bijstelling van Integratie- en Decentralisatie uitkeringen, waarvoor wij ook middelen zullen moeten reserveren.
Zoals gebruikelijk worden verhogingen of verlagingen in de integratie-uitkeringen op het Sociaal Domein verrekend met de budgetten (c.q. de reserve) in het Sociaal Domein, waardoor verhogingen of verlagingen in de uitkering geen invloed hebben op de besteedbare budgetten voor de andere gemeentelijke taken.
Rekening houdend met de noodzakelijke reserveringen en aanpassing van budgetten, vloeit uit de bijstelling van de uitkering gemeentefonds  ten opzichte van de primitieve begroting 2017 een budgettaire ruimte voort van ongeveer € 1 miljoen, oplopend tot € 1,5 miljoen.
In juli is het rapport “Rekening houden met verschil” aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Hierin worden aanbevelingen gedaan om in de komende kabinetsperiode tot een herziening van de financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten te komen. In de komende periode zal mogelijk het verdeelstelsel opnieuw worden gewijzigd met waarschijnlijk weer forse herverdeeleffecten. Voor welke gemeenten deze positief of negatief uit zullen vallen is nog niet te voorspellen.

Investeringen

De voorgenomen nieuwe en vervangingsinvesteringen voor 2019 en volgende jaren zijn opgenomen in bijlage van deze programmabegroting.

Stand en verloop van reserves en voorzieningen

Voor een overzicht van de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de Geprognosticeerde balans 2019-2022 en naar bijlage 3 voor een meer gedetailleerd overzicht per onderdeel.

Arbeidsgerelateerde verplichtingen

Door de invoering van het IKB (Individueel Keuzebudget) in 2017 is de systematiek van uitbetaling voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen zoals vakantiegeld veranderd. Werknemers kunnen de keuze maken wanneer uitbetaling plaatsvindt, doch dit dient uiterlijk in december van het kalenderjaar plaats te vinden. In 2017 was sprake van een overgangsjaar. Vanaf 2018 wordt geen vakantiegeld over het voorgaand boekjaar meer uitbetaald.

Wachtgelden/pensioenen ambtenaren

Voor de waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenrechten (APPA 2001) van wethouders (zowel huidige als voormalige) is een voorziening getroffen. Voor de benodigde omvang is rekening gehouden met de daarvoor opgestelde actuariële berekening. De claims die hier in de toekomst op worden gedaan, worden rechtstreeks uit de voorziening betaald.

Investeringen
Voor de noodzakelijke vervanging van investeringen die zijn afgeschreven, zoals materieel in gebruik bij gemeentewerken, gebouwen, automatiseringsapparatuur en –programmatuur, etcetera wordt uitgegaan van het bedrag dat jaarlijks vrijvalt vanuit de kapitaallasten. In het verleden werd deze raming nog uitgesplitst naar de diverse soorten kapitaalgoederen. In het kader van duurzaam financieel worden deze vanaf 2015 echter als één bedrag aan beschikbare kapitaallasten in het dekkingsplan 2019-2022 geraamd en onder de post Nader te concretiseren beleidsvoornemens opgenomen. De investeringen hiervoor zijn in bijlage 2 bij deze begroting als p.m.-post opgenomen.
Uit het Informatiebeleidsplan 2018-2022 blijkt dat er aanzienlijke bedragen geïnvesteerd moeten worden op ICT-gebied, onder ander door te voldoen aan allerlei wettelijke regelingen. Inmiddels is er een start gemaakt met het informatiebeleidsplan 2018-2021. De afgelopen jaren is voor de investeringen op ICT-gebied reeds een aanzienlijk bedrag aan incidentele en structurele middelen beschikbaar gesteld. Door verschillende oorzaken zijn diverse projecten uit het plan aangepast uitgevoerd en/of vertraagd. Momenteel is er binnen de reeds beschikbaar gestelde middelen nog ruimte aanwezig. Verder is een bedrag aan vrijvallende kapitaallasten hiervoor beschikbaar. Dit budget is vooralsnog onder de post Nader te concretiseren beleidsvoornemens opgenomen. De investeringen hiervoor zijn in bijlage 2 van deze begroting als p.m.-post opgenomen.
Voor de noodzakelijke investeringen in wegen, riolering en gebouwen zijn dekkingsreserves en/of voorzieningen aanwezig, waaruit de structurele lasten kunnen worden gedekt. De projecten zijn opgenomen in diverse beheerplannen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en bijlage 2 van de begroting.

Verloop boekwaarde vaste activa (excl. boekwaarden grondexploitatie)

Voor een verloop van de boekwaarden van bestaande activa verwijzen wij u naar de Geprognosticeerde balans 2019-2022. De voorgenomen nieuwe en vervangingsinvesteringen zijn opgenomen in bijlage 2 van deze begroting.