Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018 wijken de saldi in deze begroting nauwelijks af van de daarin gepresenteerde saldi voor de komende jaren. Een overzicht van de belangrijkste verschillen met bijbehorende bedragen is na de inleiding van deze begroting opgenomen. De voornaamste verschillen ten opzichte van 2018 zijn de volgende:
Voordelen:

• Lagere structurele bijdrage Veiligheidsregio;
• Lagere lasten collectief vervoer (leerlingen/WMO);
• Lagere lasten parkeerboetes
• Hogere verrekening lasten met sociaal domein.

Nadelen:

• Hogere lasten voor overhead (accountantskosten, ICT, etc.);
• Hogere lasten onderhoud speeltoestellen;
• Hogere lasten ongediertebestrijding;
• Hogere lasten individuele WMO-voorzieningen (o.a. rolstoelen).

Een verschillenanalyse vanuit de primitieve begroting 2018 naar de voorjaarsnota 2018 en de begroting 2019 treft u aan onder het hoofdstuk “Verschillenanalyse begroting”.