Begroting 2019

Sociaal domein

Bestaand beleid

Trends, knelpunten en ontwikkelingen

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we ervoor doen

Maatschappelijk effect

Indicator (hoe meten)

Trends:

  • Nadere wetsuitleg en jurisprudentie bepaalt mede de gemeentelijke beleidsvrijheid.
  • Verschuiving van professionele zorg naar benutting eigen kracht en inzet netwerk.
  • Onderbewindstellingen nemen landelijk toe. Burgers die dit niet kunnen bekostigen, kunnen beroep doen op bijzondere bijstand. Trend is dat de toename doorzet. Met als gevolg extra druk op de kosten van bijzondere bijstand.
  • Gemeenten worden o.g.v. de Participatiewet geconfronteerd met een toenemende, meer diverse en complexe doelgroep die bemiddeling vraagt richting zo regulier mogelijk werk. Een belangrijk deel van de nieuwe doelgroep wordt gevormd door statushouders en VSO/Pro-jongeren.

Knelpunten:

  • JC Komma heeft momenteel geen vaste locatie;
  • Krimpende budgetten. M.n. de Rijksbijdrage voor het SW-bedrijf staat vonder druk en daarmee de bedrijfsvoering.
  • Er is een mismatch op de regionale arbeidsmarkt
  • Gemeenten hebben weinig tot geen mogelijkheden invloed uit te oefenen op de in- en uitstroom van beschermingsbewind.

Ontwikkelingen:

  • Voor de preventieve taken op het gebied van de volksgezond-heid is de Regionale Nota gezondheids-beleid 2017-2020 van kracht.
  • Het beleid op het gebied van preventie, toezicht en de naleving van de Drank- en Horecawet is vastgelegd in het Regionaal Preventie- en  Handhavingsplan.
  • Abonnementstarief Wmo-voorzieningen wordt ingevoerd per 1 januari 2019. Dit leidt mogelijk tot een hoger beroep op Wmo-voorzieningen en op een daling van de ontvangen eigen bijdragen
  • Van de decentralisatie uitkering Gezond in de Stad (GIDS) wordt het project ‘Happy People’ uitgevoerd om gezondheidsachterstanden te verminderen
  • In Zeeland loop het suïcide preventie-project Zeeland Zonder Zelfmoord
  • Gemeenten heroriënteren zich op de wijze waarop zij uitvoering geven aan het takenpakket en pakken nadrukkelijk de regierol. In de uitvoering van m.n. de re-integratietaken wordt een optimale schaalgrootte gekozen, zo mogelijk met regionale samenwerking
  • Gemeenten investeren in preventie en ontwikkelen alternatieven voor bewindvoering.
  • Bevordering van de zelfredzaamheid van inwoners.
  • Bevorderen dat burgers zo lang mogelijk in de eigen omgeving kunnen blijven wonen.
  • Ondersteunen van inwoners met algemene voorzieningen.
  • Subsidiebeleid herijken.
  • Heroverweging bestaande gesubsidieerde algemene voorzieningen.
  • Actualisatie van de sociale kaart.
  • Communicatie over algemene voorzieningen.
  • Burgers hebben de beschikking over  algemene voorzieningen en weten deze  te vinden.
  • Aantal meldingen/vragen loket St.HVE.
  • Wachtlijstmonitoring voor intramurale opname.
  • Realisatie van een permanente en passende locatie voor jc Komma.
  • Realisatie van een permanente en passende locatie voor jc Komma.
  • Het Jeugd- & Jongerenwerk is weer zichtbaar en fysiek bereikbaar voor jongeren.
  • Aantal activiteiten van het J- en J-werk ambulant en bij jc Komma.
  • Burgers weten waar men ondersteuning kan vragen.
  • Toegangsproces monitoren.
  • Doorontwikkeling onafhankelijke Cliëntondersteuning.
  • Burgers weten toegangsloket te vinden.
  • Burgers ervaren snelle ondersteuning.
  • Burgers worden ondersteund bij het gesprek.
  • % uit Cliëntervaringsonderzoek (CEO).
  • Kwalitatief goede en passende zorg voor kwetsbare burgers.
  • Bevordering van de zelfredzaamheid van burgers.
  • Bevordering van kwaliteit van leven van burgers.
  • Bieden van maatwerkvoorzieningen die van goede kwaliteit zijn door contractbeheer bij aanbieders van zorg.
  • Jaarlijks uitvoeren van Cliëntervaringsonderzoek Wmo.
  • Bieden van maatwerkvoorzieningen Wmo die zelfredzaamheid bevorderen.
  • Bieden van maatwerkvoorzieningen Wmo die kwaliteit van leven bevorderen.
  • Burgers ervaren een passende ondersteuning.
  • Burgers kunnen reflecteren op Wmo-ondersteuning.
  • Burgers ervaren ondersteuning bij zelfredzaamheid.
  • Burgers ervaren ondersteuning die leidt tot een betere kwaliteit van leven.
  • % uit Cliëntervaringsonderzoek(CEO).
  • Het voorkomen en bestrijden van discriminatie.
  • Het in stand houden van een Zeeuwse anti-discriminatievoorziening (ADB-zeeland) die zich inzet voor gelijke behandeling.
  • Het terugdringen van discriminatie en daaruit voortvloeiende belediging, bedreiging en mishandeling.
  • Aantal meldingen van discriminatie.
  • Het bevorderen van de gezondheid van de inwoners.
  • Het bevorderen van een gezonde actieve leefstijl door een integrale aanpak, uitbreiding van de bestaande bewegingsactiviteiten voor jong en oud en aandacht vestigen op gezonde voeding.
  • Een afname van het aantal inwoners met overgewicht.
  • Een verbetering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de inwoners.
  • Aantal meldingen infectieziekten.
  • Gegevens uit de Zeelandscan en de Gezondheidsmonitors van de GGD Zeeland.
  • Het realisering van politiek en maatschappelijk draagvlak m.b.t. het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en een matiging en verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 18 jaar.
  • Preventieve interventies en activiteiten zoals opgenomen in het Activiteitenplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen dat is gebaseerd op de integrale aanpak van het Zeeuwse project ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
  • Voorlichting aan jongeren en hun ouder over de risico’s van alcoholgebruik op jonge leeftijd. Preventieve controles onder jongeren (blaastests) bij evenementen in samenwerking met politie en Indigo Preventie.
  • Een afname van het aantal jongeren dat (overmatig) alcohol drinkt en van alcohol-gerelateerde problemen en (maatschappelijke) overlast die daaruit voortvloeit.
  • Een betere naleving van de wettelijke voorschriften op grond van de Drank- en Horecawet (DHW).
  • Gegevens uit naleef- en draagvlakonderzoek.
  • Versterking van keten acute zorg door een verbetering van het gebruik van een AED.
  • Via aansluiting bij het project STAN (voorheen Hartveilig Wonen) bevorderen dat meer inwoners kunnen reanimeren en een AED kunnen bedienen
  • Gefaseerd realiseren van een uitbreiding van het aantal openbaar beschikbare AED’s in (zogenaamde) buitenkasten.
  • Toename van het aantal mensen met hartfalen (circulatiestilstand) dat een reanimatie buiten het ziekenhuis overleeft.
  • Aantal in de gemeente geregistreerde vrijwilligers en AED’s.
  • Aantal reanimatiemeldingen.
  • Aantal verrichte reanimaties.
  • Het terugdringen van gezondheidsachterstanden door een integrale lokale projectmatige aanpak.
  • Een integrale wijkgerichte aanpak, waarbij gewerkt wordt aan de actieve leefstijl door middel van laagdrempelig toegankelijk aanbod in de wijk, stimuleren gezond gedrag, aansluiten bij leefwereld bewoners, zorgen voor een gezonde leefomgeving en het stimuleren dat mensen actief kunnen meedoen aan de maatschappij.
  • De inwoners van de wijk zijn zich bewuster van een gezonde actieve leefstijl en een gezonde voeding.
  • Aan het begin, tussentijds en aan het eind van de projectperiode vinden metingen plaats van de bereikte resultaten en effecten.
  • Het taboe doorbreken en het onderwerp zelfmoord bespreekbaar maken.
  • Het terugdringen van het aantal zelfmoorden.
  • Vanuit het project wordt voorlichting gegeven over zelfmoordpreventie. Training van huisartsen en andere beroepsgroepen (onderwijs) die te maken hebben met personen met suïcidale gedachten.
  • Een afname van het aantal zelfmoorden en zelfmoordpogingen.
  • Gegevens over zelfmoord van forensische artsen van de GGD Zeeland en van de politie.
  • Een inclusieve samenleving, waar iedereen meedoet en/of participeert, zo mogelijk (ook) met werk.
  • Een zo optimaal mogelijke (tenminste budgettair neutrale) uitvoering van de Participatiewet, waarbij zoveel als mogelijk mensen perspectief wordt geboden op (zo regulier mogelijk) werk.
  • Inwoners kunnen zoveel als mogelijk zelfstandig in hun eigen levensonderhoud voorzien.
  • De taakstelling m.b.t. beschut werk volledig invullen. Zo mogelijk met bijstandsgerechtigden en/of VSO/Pro-jongeren.
  • Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt sluit zo maximaal mogelijk op elkaar aan.
  • Werkgevers doen een actief beroep op de gemeente voor het voldoen aan hun vraag naar personeel en de gemeente kan de vacatures en/of werkervaringsplekken, alsmede garantiebanen vlot invullen met kwalitatief goed personeel.
  • Verder implementeren van het sturings- en dienstverleningsmodel.
  • In afstemming en samenwerking met onze partners komen tot een zo uniform mogelijke, regionale uitvoering van re-integratietaken voor de doelgroep(en) met relatief een indicatieve loonwaarde van 30% - 80% WML (wettelijk minimumloon). Hiertoe verder invulling geven aan en implementeren van het rapport “Samen werken aan talent!”, meer specifiek H5 van dit rapport, waarbij o.a. de faciliteiten van Dethon als leerwerkbedrijf optimaal worden benut.
  • In afstemming en samenwerking met onze maatschappelijke partners komen tot een lokaal, veelzijdig en passend aanbod van mogelijkheden voor maatschappelijke participatie, gericht op de behoefte van de doelgroep met de laagste categorie loonwaarde (< 30% loonwaarde).
  • Werkgevers ondersteunen bij het vervullen van hun vacatures en/of werkervaringsplekken, alsmede bij de invulling van garantiebanen. We werken hierbij, zeker voor de doelgroep met een indicatieve loonwaarde van meer dan 80% WML, zoveel als mogelijk samen met de private markt (bv. uitzendbureau’s) en het UWV.
  • Verbeteren van de kansen op de arbeidsmarkt van minder zelfredzame werkzoekenden, door hun werknemersvaardigheden te versterken en hun zoekprofiel te verbeteren.
  • Ondersteuning bieden aan en het ontwikkelen van belanghebbenden “op maat” richting de reguliere arbeidsmarkt. We doen hierbij een actief beroep op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Werkend re-integreren is de norm, waarbij o.a. de faciliteiten van Dethon als leerwerkbedrijf optimaal worden benut.
  • Iedereen doet mee en/of participeert, zo mogelijk met werk.
  • Inwoners kunnen zoveel als mogelijk zelfstandig in hun eigen levensonderhoud voorzien.
  • Relatief lage werkloosheid.
  • Economische groei, doordat werkgevers over voldoende gekwalificeerd personeel kunnen beschikken.
  • •Monitoring van de (kwantitatieve) ontwikkeling van de verschillende doelgroepen ingedeeld naar indicatieve loonwaarde op de (Zeeuws-Vlaamse) werkladder.
  • Monitoring van kengetallen, zoals aantal bijstandsuitkeringen, in- en uitstroom uit de bijstand, aantal beschut werk, aantal parttime werk, bedrag gemiddelde bijstandsuitkering.
  • Verzilvering van loonwaarde en schadelastbeperking.
  • Burgers hebben volop mogelijkheden tot werk en participatie in het sociale en maatschappelijke leven, zonder daarbij belemmeringen te ervaren a.g.v. schulden.
  • Problematische schuldsituaties worden zoveel als mogelijk voorkomen.
  • Indien sprake is van een problematische schuldsituatie, wordt adequate schuldhulpverlening ingezet, zodat zo spoedig mogelijk een beheersbare situatie ontstaat.
  • Het beleidsplan schuldhulpverlening actualiseren. Hierbij invulling geven aan het integrale karakter van de schuldhulpverlening als toegankelijke en laagdrempelige voorziening.
  • Preventie-instrumenten verder ontwikkelen en inzetten. Problematische schuldsituaties worden zoveel als mogelijk voorkomen, door al in een vroegtijdig stadium gepaste ondersteuning te bieden. In samenwerking met onze maatschappelijke partners. Zo mogelijk hiertoe convenanten en/of dienstverleningsovereenkomsten schuldhulpverlening sluiten.
  • De bekendheid van de mogelijkheden en toegankelijkheid van schuldhulpverlening in het algemeen en de beschikbare preventieve instrumenten in het bijzonder, onder burgers vergroten.
  • Een lokaal alternatief ontwikkelen en implementeren voor beschermingsbewind, middels een voorliggende voorziening als budgetbeheer. Daarbij tevens beleidsmaatregelen treffen om het gebruik van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering in te dammen.
  • Effectieve schuldhulpverlening draagt bij aan de bestrijding van armoede en geeft mensen meer mogelijkheden om te participeren in het sociale en maatschappelijke leven.
  • Resultaten m.b.t. de overeengekomen convenanten schuldhulpverlening met de regionale woningbouwcorporaties.
  • Aantal verstrekte bijdragen bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering.
  • Aantal burgers dat een beroep doet op schuldhulp en waarvoor een traject richting schuldregeling wordt ingezet.
  • Mate van inzet van en deelname aan preventieve activiteiten.